donderdag 8 mei 2008

Kampot en Angkor

Het plaatsje Kampot bleek grote behoefte te hebben aan toeristen. Als wij wat vermoeid uit de bus stappen (met de beloofde airco werd de openstaande ramen bedoeld) staan er iets van 15 mensen op ons te wachten, die allemaal willen dat we naar hun hotel gaan...
Na wat onderling overleg (dan is het zo heerlijk dat wij Nederlands spreken en zij allemaal niet) besloten we naar een hotel bij de rivier te gaan. Daar aangekomen zag het er redelijk uit, kamer genomen dus, vooral omdat we geen zin hadden om verder te zoeken. 's Nachts bleek het toch niet helemaal goed te zitten. Ten eerste liepen er beesten over het plafond, heel creepy. Ten tweede werd Rinze op een gegeven moment wakker van gekriebel op zijn borstkas. Toen hij het licht aan deed, bleek Caren ineens oog in oog met een kakkerlak te liggen. EEKS! Niet zo goed voor de nachtrust, zachtgezegd... De volgende dag zijn we dan ook snel naar een ander en veel beter hotel vertrokken.

Het dorpje zelf was rustig, maar wel erg gezellig. We hebben diverse rondjes door het dorp gelopen en nog meegenoten van een plaatselijke roeiwedstrijd. Ook leek het regenseizoen ineens te zijn begonnen: vanaf Kampot is het elke dag rond 16:00 uur even gaan regenen. Daarna werd het gewoon weer droog dus veel last hebben we er niet van gehad en het voordeel is dat het dan wel een beetje afkoelt.



We hebben vanaf hier een dagtour naar het nabijgelegen park Bokor gemaakt. Een natuurgebied waar vroeger alle rijken naar toe gingen om bij te komen (lees: te gokken). Zo hadden de Fransen er rond 1920 al diverse gebouwen neergezet, maar vanwege alle oorlogen die hier zijn gevoerd is alles in verval geraakt. Dit resulteerde in een hele mooie, maar ook wat spookachtige omgeving.




Uiteraard kon er na afloop nog even onder een waterval gestaan worden.



Vanuit Kampot zijn we via Phnom Penh, waar we onze visa voor India af moesten halen, naar Siem Reap gereist.



Hier hebben we lekker luxe gedaan en zijn we naar een heerlijk hotel met... zwembad gegaan.



Na een extra dagje bijkomen (we hadden een paar korte nachtjes gehad en het zwembad was zoooo lekker), was het dan toch echt tijd voor de tempel der tempels: Angkor Wat. Omdat het echt een super groot en indrukwekkend complex scheen te zijn hebben we ervoor gekozen om een 3-dagenkaart te kopen. En daar hebben we zeker geen spijt van gehad.

De eerste dag zijn we met een tuktuk als een gek langs alle tempels op het hoofdcomplex gereden.



De tweede dag waren een verafgelegen tempel, die bekend stond om de zeer nauwkeurige versieringen, en het indrukwekkende landmijnenmuseum aan de beurt.



Tot slot hebben we de derde dag fietsen gehuurd en zijn we op ons gemak naar Angkor Wat en Bayon gereden om twee van onze favoriete tempels nog eens goed te bekijken.



Eerst even wat achtergrondinformatie. Angkor Wat en haar tempels zijn van ongeveer 800 tot 1200 AD onder leiding van diverse koningen van het Angkoriaanse rijk gebouwd. Vooral Jayavarman de Zevende was niet te stoppen. Het complex is echt enorm, zo is Angkor Wat zelf al een grote tempel, maar ongeveer om de 2 km kom je weer een supermooie tempel tegen. Bovendien zijn ze allemaal behoorlijk verschillend, zodat wij na drie dagen nog steeds niet tempelmoe waren. Een hele prestatie vonden we zelf!

Hieronder een korte impressie van onze favo's:

Angkor Wat.
De Cambodjanen zijn zo trots op Angkor Wat, dat deze zelfs in de nationale vlag terug te vinden is. Vooral de laatste dag vonden we het hier supermooi; er was een mooie avondzon en we hadden de tempel bijna voor onszelf, heel sfeervol.






Bayon.
Deze tempel lijkt van een afstandje heel gewoontjes, totdat je wat beter kijkt en merkt dat je wordt aangestaard door allerlei stenen gezichten, allemaal naar beeltenis van (je voelt hem waarschijnlijk al...) Jayadinges de 7e.




Ta Phrom
Vooral zo mooi omdat de tempel ongeveer in dezelfde staat is gelaten als toen hij werd 'herontdekt'. Dit betekent dat je overal bomen ziet die zijn vergroeit met de tempel, heel gaaf. Hij is als decor gebruikt in de film 'Tomb raider', helaas moeten we die nu dus gaan kijken. We hebben namelijk de boom gezien waar Angelina een bloem plukt en door de grond zakt...




We hebben natuurlijk nog veel meer moois gezien en veel te veel foto's gemaakt, maar dat zullen we jullie besparen...

Na al dit moois was het tijd om naar India te gaan. Omdat grondige studie op internet had aangetoond dat het veel en veel goedkoper was om vanuit Bangkok te vliegen, moesten we eerst nog even van Siem Reap naar Thailand. Dit ging gelukkig uitermate soepel en zo hebben we ook al 2 dagen van Bangkok kunnen genieten. Omdat we hier begin juni nog een keertje terug zullen komen om de stad samen met Maartje en Sam echt te ontdekken, hebben we er nu angstvallig voor gezorgd niets cultureels te doen. Gezien de grote hoeveelheid (fastfood)ketens, enorme malls, etc. ging dit verrassend goed. Na al deze westerse input zijn we helemaal klaar voor India... hopen we.

woensdag 30 april 2008

Lost inside Cambodia

De grens tussen Laos en Cambodja was weer een hele belevenis. Gelukkig hadden we op advies van vele andere reizigers een tour geboekt zodat we in ieder geval met een hele groep de grens over gingen. Desondanks begon het gezeur al in Laos toen we een exit-stamp gingen halen, die kostte namelijk ineens 1 dollar (onder de tafel te betalen aan de aanwezige douanier). Geen geld natuurlijk, maar het gaat om het principe. Haha, dat zeggen we de laatste tijd wel erg vaak. Maar goed, we hadden op internet al gelezen dat je het geld moest betalen, omdat je anders echt geen stempel kreeg en dus het land niet uit zou kunnen. Over de munteenheid deed de beambte dan weer niet moeilijk, dus zo konden we mooi onze laatste Kippetjes uitgeven.

In Cambodja konden we vervolgens ter plekke een visum kopen, heel handig. Deze zou 20 dollar kosten. Je raadt het al; het was 21 dollar. Daarna ergens anders voor een dollar nog een entry-stamp gehaald en we waren officieel in Cambodja! Altijd weer leuk: een nieuw land, nieuwe cultuur, nieuw geld, nieuwe geschiedenis, enzovoorts. Gelukkig hadden we ons al wat voorbereid door extra vaak naar ons nieuwe favoriete nummer te luisteren.

Onze eerste stop was Kratie. Bij aankomst waren we enigszins in shock. Iedereen mikt hier zijn afval namelijk gewoon op straat. Het was echt zo'n ongelofelijke zooi. Echt zonde, want verder had de stad heel veel charme door de half vergane koloniale gebouwen.



Toen we de volgende dag naar de toeristische trekpleister van de regio gingen, gaf de omgeving gelukkig een heel ander beeld. De tocht ging door een prachtig landschap met allerlei houten huisjes en tempels. Om vervolgens bij de Mekong aan te komen alwaar we met een bootje dolfijntjes zouden gaan spotten. In dit deel van de Mekong leeft namelijk de zeldzame Irrawaddy dolfijn. Wij hadden er in ieder geval nog nooit van gehoord, maar dat zegt eigenlijk vrij weinig. Het spotten bleek gelukkig niet zo moeilijk, want we zagen vanaf de oever al diverse dolfijnen zwemmen! Een goede foto maken was daarentegen een grotere uitdaging, ze zwemmen nogal veel onder water (...) en zijn ook nog best wel snel.



Het was in ieder geval wel supergaaf om groepen van dolfijnen langs te zien zwemmen om adem te halen of gewoon een beetje te splashen. Omdat de motor van de boot de dolfijnen stoort werd die uitgezet en was het zo heerlijk stil dat je de dolfijnen kon horen ademhalen of gewoon in alle rust kon genieten van de prachtige omgeving.



En we waren niet de enigen die het leuk vonden om dolfijnen te zien.



Daarna richting de hoofdstad Phnom Penh. Leuk om weer eens in een echte stad te zijn. Vientiane is toch gewoon een groot dorp, PP is een stad. We hebben eerst het koninklijk paleis en de bijbehorende zilveren pagoda bezocht. Dit laatste gebouw is één van de weinige die niet volledig is verwoest door de Rode Khmer. Volgens eigen zeggen hét bewijs dat ook zij cultuur belangrijk vonden. De binnenkant was heel mooi. De hele vloer was betegeld met zilveren platen (vandaar de naam), er stonden allerlei boeddhabeelden ingelegd met diamanten en het hoogtepunt was een (best wel grote) boeddha gemaakt van jade.





Sowieso zijn we wel onder de indruk van het boeddhisme, een enorm tolerante godsdienst. De monniken zijn stuk voor stuk vriendelijk en heel zen. Het grappige is dat zij buitenlanders een ontzettend interessant fenomeen vinden, dus we staan nogal vaak elkaar te fotograferen. Deze monnik wilde wel even voor ons poseren (als wij ook even voor hem zouden poseren natuurlijk).



De volgende dag was het tijd voor serieusere zaken. Middels een tuktuk (brommer met een karretje erachter waar de klanten in zitten) zijn we naar het beruchte S 21, Tuol Sleng, gegaan. Ooit was dit een gewone school, maar midden jaren zeventig werd het door de Rode Khmer gebruikt als gevangenis/martelplek. Dit maakte het al meteen heel bizar. Afgezien van het prikkeldraad had het de feel van een gezellige school: een mooie binnenplaats waar gespeeld kon worden, een klimrek, schommels, etc..



Maar als je dan bij de palen van de schommels aankomt blijkt dat dit één van de plekken is geweest waar mensen werden gemarteld door ze op verschrikkelijke wijze omhoog te hijsen aan een touw.



Ook de klaslokalen waren gevuld met allerlei beeldmateriaal. Alles werd namelijk uiterst precies vastgelegd door de Rode Khmer. Zo zijn er foto's van de mensen gemaakt bij binnenkomst, maar ook na het martelen. Van de ongeveer 17.000 mensen die hier gevangen zijn genomen, hebben uiteindelijk slechts 12 (!!) mensen het overleefd. Eén van deze 12 was een schilder, waarvan nu ook allerlei schilderijen van de martelingen waren opgehangen. Dat hij goed kon schilderen heeft hem overigens gered. Hij mocht portretten maken van allerlei hoge officieren.



Het merendeel van de mensen is overigens niet vermoord in S 21, maar bij één van de zogenaamde Killing Fields. Dit waren executieplekken met een bizarre hoeveelheid massagraven. Wij hebben degene in de buurt van Phnom Penh bezocht. Het monument en de paar massagraven die zijn geopend waren erg indrukwekkend/deprimerend.



Dit alles heeft ongeveer 30 jaar geleden plaatsgevonden en nog steeds is het merendeel van de daders niet berecht. De Rode Khmer werd geleid door Pol Pot (broeder nummer 1), hij wou van Cambodja een communistische, zelfvoorzienende, agrarische staat maken. Iedereen moest boer worden en werd uit de stad verjaagd om op het platteland te gaan werken. Kinderen werden gescheiden van hun ouders en school werd afgeschaft. Geld werd ook afgeschaft en het jaar 1975 werd vanaf toen het jaar nul. Uiteindelijk is ongeveer 25% van de bevolking omgekomen tijdens het bewind van de Rode Kmher, ofwel doodgeslagen (om kogels uit te sparen) door soldaten ofwel gestorven van de honger.
Pol Pot is (pas) in 1998 onder verdachte omstandigheden overleden, maar broeder nummer 3 is bijvoorbeeld nog springlevend. Geen gerechtigheid of erkenning dus voor de Cambodjanen. Momenteel claimen de Rode Khmer-bazen dat zij niets afwisten van het bestaan van S 21, iets wat er bij de gewone burger (terecht) niet ingaat en wat ook enorm frusteert natuurlijk. Wel is duidelijk dat de Rode Khmer bijna verdreven was (door de Vietnamezen) totdat de VN zo nodig in moest grijpen. Hierdoor heeft Pol Pot de tijd gehad om zich te hergroeperen en middels een guerilla nog diverse jaren angst en verderf te kunnen zaaien. Echt ongelofelijk.

Omdat dit alles nog maar zo kort geleden is gebeurd, zijn de gevolgen nog steeds duidelijk zichtbaar. Zo is het zeer onverstandig om van de gebaande paden af te wijken in verband met de altijd aanwezige landmijnen die jaarlijks nog steeds voor een groot aantal doden en verminkingen zorgen. Verder valt op dat er relatief heel weinig oudere (35+) mensen zijn. Zo is 40% van de bevolking onder de 18 jaar en dat zie je echt terug in het straatbeeld.

Ondanks de beladen geschiedenis zijn de mensen echt superlief en hartelijk, maar het is duidelijk dat Cambodja een enorme achterstand heeft opgelopen wat betreft algemene welvaart zoals gezondheidszorg, armoede, etc. Gelukkig is er veel hulp en hebben we hele goede initiatieven gezien dus hopelijk zal dat de komende jaren langzamerhand veranderen. Daarnaast hopen we dat de rechtszaak tegen de Rode Khmer eindelijk van de grond komt zodat er nog een soort van gerechtigheid is voor de nabestaanden. Het heeft ons wel aan het denken gezet. De internationale gemeenschap wist namelijk precies wat er aan de hand was, maar heeft niets gedaan. Achteraf onbegrijpelijk, maar aan de andere kant: zijn er nu ook niet een aantal plekken in de wereld waar we echt zouden moeten ingrijpen?

Als tegengif voor al deze ellende hebben we de volgende dag het prachtige nationale museum bezocht. Tot de nok toe gevuld met beelden en dergelijke uit de Angkortijd en echt een oase van rust.



Verder geslenterd op de gezellige boulevard langs de rivier, wel enigszins verbaasd door de volgende weggebruiker.



Inmiddels hebben we het beestje al op zoveel verschillende plekken in de stad gezien dat we er niet meer van opkijken (om over de loslopende apen maar te zwijgen...).

Tot slot vonden we nog een shopping mall met uitzicht over de stad, altijd interessant!

woensdag 23 april 2008

Wild Wild East

Bij ons hostel in Vientiane hadden we een buskaartje naar Savannakhet gekocht. Niet zomaar een buskaartje, maar een kaartje voor een heuze VIP-bus. Concreet betekent dit dat de bus niet tussentijds stopt om mensen op te pikken en airco heeft. Wij vonden het de prijs wel waard gezien de 9 uur durende trip in ongeveer 35 graden. Helaas, helaas, bij het busstation aangekomen bleek er helemaal geen VIP-bus te rijden... GRRRR!!!
Maar we hadden een stoel en het was natuurlijk wel weer een avontuur. Bij iedere stop komen er allemaal verkopers op de bus afgerend om allerlei eten en drinken te verkopen. Vooral de platgewalste kip op een stokje was erg populair.



Wij hebben het maar even bij Pringles gehouden. Verder hebben we tijdens onze reis kunnen concluderen dat de capaciteit van de bus hier maximaal wordt benut. Op een gegeven moment zat zelfs het hele gangpad vol met mensen op plastic krukjes... Daarnaast staan er regelmatig brommertjes op het dak.



Wij hebben in ieder geval de volgende keer onze buskaartjes weer zelf bij het busstation gekocht. Nog steeds geen VIP-bus, maar tenminste ook geen VIP-prijs.

Nadat we een prima hostel in een mooi, enigszins verouderd, koloniaal gebouw hadden gevonden, was het tijd voor het hoogtepunt van ons bezoek aan Savannakhet, te weten...



Inderdaad, een dinosaurusmuseum(pje)! Dat hadden we van te voren niet aan zien komen, maar er hebben hier in de omgeving echt diverse dino-beesten geleefd. Best interessant allemaal. Verder was er hier eigenlijk niet echt veel te beleven dus hebben we maar wat door de stad rondgebanjerd. Wel hebben we ergens nog verrassend lekker gegeten!

Hierna was het tijd voor Pakse. In de omgeving van deze stad waren allemaal leuke dingen te doen. Toen wij echter een tourtje gingen boeken, bleek niemand te willen doen wat wij wilden... Dat werd dus een privechauffeur! Best relaxed eigenlijk voor een keertje. Eerst zijn we richting Champasak gereden voor de gelijknamige tempel daar, een opwarmertje voor Angkor Wat. Hiervoor moesten we nog wel even de rivier oversteken. Inderdaad, daar stond even later ook onze auto tussen.



Naast de schitterende tempels zelf hadden ze hier ook een erg leuk en informatief (dat is wel eens anders namelijk) museum. Ook grappig, je moest er, net als thuis in je hotel, je schoenen uitdoen.




Daarna op naar het hoogtepunt van de dag: per olifant een lokale heuvel beklimmen. Echt superleuk om een keer bovenop zo'n beest te zitten en eens uitgebreid aan zijn huid te kunnen voelen.



Eigenlijk ook vrij ranzig, want onze olifant vond 35 graden ook warm en zoog dus het water uit iedere (modder)plas op om dit vervolgens lekker tegen zichzelf (en ons...) aan te sprayen. Zelfs nadat het water volgens ons allang op was, bleek het beste beest nog in staat om ons op iets warms te trakteren...
Ondanks dat vonden we onze olifant helemaal te gek en hebben we hem na het ritje getrakteerd op wat suikerriet. Dat bleek een absolute lekkernij want onze olifant werd ineens wel heel actief. Erg gaaf om te zien hoe hij zo'n stuk riet heel handig met zijn slurf aanpakt en vervolgens zonder te morsen naar binnenwerkt.



Dit wekte bij ons toch enige nieuwsgierigheid op. Bij thuiskomst hebben we dus ook snel zelf suikerrietsap gekocht. Dat wordt hier echt op iedere straathoek verkocht, het leek ons alleen zo mierzoet. Dit bleek eigenlijk helemaal niet het geval; het was juist heel erg lekker.



En toen, toen gingen we hier alweer ons 3e nieuwe jaar vieren!?!. Ja, we kunnen er geen genoeg van krijgen! In Laos duurt dit feest maar liefst 3 dagen, dus dat beloofde wat. De 13e zaten we al 's middags klaar bij ons favoriete restaurantje om de festiviteiten mee te gaan maken. Inderdaad, 's middags, want in tegenstelling tot de voorgaande oud en nieuws wordt er hier geen vuurwerk afgestoken, maar met water gegooid. Naast versnaperingen zorgde ons restaurant voor water en allerlei bijbehorende attributen om water mee te gooien. Gelukkig maar, want onze gekochte waterpistooltjes bleken toch wat mager. Nadat eerst iedereen in het restaurant helemaal doorweekt was en onder het witte spul zat, moest de rest het ontgelden. Echt iedereen die langs kwam rijden kreeg er van langs. Met name de pick-up trucks met in de achterbak grote hoeveelheden kids (of Vietnamezen!) waren de klos. Natuurlijk hadden zij ook wel een beetje water bij zich, maar tegen onze aanblik en de overmacht van ons restaurant durfde natuurlijk niemand op...



Na een tijdje kwam de politie een paar keer langs om te zeggen dat we niet meer naar de mensen op straat mochten gooien. Hier trok ons restaurantpersoneel zich niet zoveel van aan (en wij dus ook niet). Als ze aankwamen rijden liep iedereen extreem schijnheilig het terras op met de bak water achter zijn rug. Toen echter de burgermeester hoogstpersoonlijk langskwam was het na 3 uur afgelopen met het feest. Dat was maar goed ook, want we hadden inmiddels een lamme arm van de emmers water gekregen.

De volgende dag zijn we richting Don Det vertrokken, een primitief eilandje in het zuiden van Laos dat onderdeel uitmaakt van Si Phan Don (4000 eilanden, het zal wel...). Primitief betekent in dit geval: alleen electriciteit van 18.30 tot 22.00 uur, geen schoon water (het water voor de douche werd gewoon rechtstreeks uit de Mekong gepompt), 1 zandweggetje en geen cola light!

We kwamen nogal wat mensen tegen die op dit eiland ziek waren geworden van het eten. Er zijn natuurlijk geen koelkasten op Don Det, want er is geen electriciteit. En hygiëne, ach ja dat is ook zo wat... We hebben dus vrij voorzichtig aangedaan en maar even geen zuivel, vlees en dergelijke gegeten. En hiermee is alles wederom helemaal goed gegaan en hebben we optimaal kunnen genieten van alle mooie dingen op het eiland.





Het was hier zo warm dat je vanuit je hangmat voor je houten bungalowtje de Mekong indook om af te koelen, om vervolgens weer op te drogen in je hangmat en de Mekong weer in te springen als je opgedroogd was. Erg vervelend allemaal. De locals bleken zo mogelijk nog luier dan de toeristen, dus het kostte nog wel eens wat overtuigingskracht om ze uit hun hangmat te krijgen als wij wat wilden bestellen.



De mensen van ons guesthouse waren trouwens echt superleuk en we moesten ze voor het gemak mama en papa noemen! Mama maakte de allerlekkerste lemon (eigenlijk lime, maar goed) juice ooit en papa voer ons overal heen. Onder andere naar een vet nieuwjaarsfeest op een ander eiland (een hele goede tip van mama). Dat was echt fantastisch, we zaten binnen 5 seconden onder het talkpoeder en moesten met iedereen toosten op het nieuwe jaar. Heel gezellig allemaal. Caren heeft zelfs nog een liedje meegedanst en dat vonden de locals echt helemaal leuk. Toen we tegen vijven (het feest was alleen 's middags) terugliepen naar de boot, moest papa nogal lachen om het feit dat we er zo toegetakeld uitzagen. Thuis dus snel weer de Mekong ingedoken...




Ondanks al het moois op het eiland was het na drie dagen Robinson (door de warmte en het ontbreken van een ventilator sliepen we echt slecht) ook wel weer tijd voor wat meer luxe. Richting de bewoonde wereld dus, en wel in Cambodja...

Landkaart Nederland

Landkaart Thailand

Landkaart India

Landkaart Cambodja

Landkaart Laos

Landkaart China

Kaart Yunnan

Hier nog een kaartje met iets meer detail.

Landkaart Vietnam

Landkaart Filipijnen

Landkaart Australië

Landkaart Frans-Polynesië

Landkaart Chili

Landkaart Peru

Landkaart Argentinië