vrijdag 9 november 2007

Rapa Nui

Oftewel ´Grote Rots´ in het Polynesisch, beter bekend als Isla de Pascua. Paaseiland dus, (her)ontdekt tijdens Pasen, door een Nederlander notabene. Eén van ´s werelds meest afgelegen plekjes (je vraagt je ook echt af hoe hier in vredesnaam mensen terecht zijn gekomen) en een plaats waar wij altijd al heel graag wilden.

Het begon direct al goed met onze Lan Chili vlucht. Elke stoel had zijn eigen beeldscherm en een eigen afstandsbediening waarmee je kon kiezen uit een twintigtal films en tv-series waarbij je naar hartelust kon pauzeren en vooruit of achteruit spoelen. Verder konden er natuurlijk ook spelletjes gespeeld worden en bij het schaken kon de tegenstander een andere passagier uit het vliegtuig zijn! Helaas durfde niemand de uitdaging aan.
Verder was het grappig om de route via het scherm te volgen. Paaseiland ligt zo afgelegen dat je op een gegeven moment echt alleen maar water ziet. Heel apart.

Op internet hadden we camping Mihinoa gevonden wat er echt superleuk uitzag en waar ze ook kamers verhuurden. Bij aankomst op het vliegveld bleken ze heel handig een eigen stand te hebben. We konden dus meteen meerijden. We vonden het direct een heeeel mooi plekje met werkelijk een geweldig uitzicht over de zee. En ook na zo´n beetje het hele eiland te hebben verkend, waren we nog steeds van mening dat we echt het mooiste plekje gevonden hadden. Niet slecht toch?

Elke ochtend en avond zaten we onder onderstaand afdak te eten. De camping trekt bijzonder veel leuke mensen en vaak zaten we dus gezellig met iedereen te kletsen. Vooral toen we twee Nederlandse dames uit Leiden ontmoetten bleek de wereld (op een leuke manier) weer bijzonder klein te zijn.




Omdat het eiland zo afgelegen (meer dan 5000 km van het Chileense vasteland) ligt, is het voor zijn bevoorrading grotendeels afhankelijk van het vliegtuig. Nadat deze geland is, wordt de ´grote´ supermarkt dan ook opnieuw bevoorraad en als om 17:00 uur de deuren weer opengaan staan alle locals (en wij natuurlijk ook) te wachten om naar binnen te mogen zodat we vooral weer wat versproducten konden kopen. Als er bananen, courgettes of flessen cola light waren moest je toeslaan. En dan hadden wij ook nog geluk, want ongeveer drie dagen na onze aankomst, kwam ook het containerschip van het vasteland aan met allerlei nieuwe producten. Het duurde even om dit schip met twee kleine bootjes uit te laden (er is natuurlijk geen kade om aan te leggen), maar we zagen de supermarkt langzaam vollopen en hadden inmiddels ook al diverse gloednieuwe auto´s, scooters en busjes gespot... We vonden het alleen zo extreem inefficiënt om dat grote schip met die twee kleine bootjes uit te laden. Toen we hierover aan de praat raakten met de mevrouw van ons kleine supermarktje kwamen we erachter dat dat schip slechts drie (!!) keer per jaar langskomt. Stel je voor: nieuwe autos, fietsen, ramen, gasflessen(!), meubels, wasmachines, benzine enzovoorts, alles kun je slechts eens in de vier maanden kopen. En dan maar hopen dat het schip niet al vertrokken is. Echt bizar.

Naast de grote supermarkt heb je dus ook diverse kleine supermarkten. Hier bestaat ongeveer 95% van het assortiment uit producten die ook in de grote supermarkt liggen. Uiteraard tegen 150% van de prijs. Na twee weken op het eiland herkenden we gewoon de eigenaren van de kleine supermarkten die in de grote boodschappen doen en ze vervolgens in hun eigen winkel neerleggen. Uiteindelijk ging het ons om die laatste 5%, want dit zijn de lekkere sausjes en smaakmakers die bij de grote supermarkt snel uitverkocht zijn.

Maar goed, genoeg over ons leventje hier. Het eiland zelf is namelijk echt betoverend. In tegenstelling tot wat wij dachten zijn er heel veel beelden (´moai´) op dit eiland. Eén van de eerste dagen hebben we dan ook een scooter gehuurd om het hele eiland (het is maar 160 vierkante kilometer groot) rond te rijden.




Al snel kwamen we aan bij de vulkaan waar de moai daadwerkelijk uit de rotsen werden gehakt. Niemand weet precies waarom ze werden gemaakt wat natuurlijk alleen maar bijdraagt aan het mysterie. Hier stonden in ieder geval diverse moai die af waren, maar er waren ook veel moai die in diverse stadia nog vast zaten in de rotsen. Het leek net alsof de eilandbewoners ineens gestopt waren met het maken van de moai.



Hierna kwamen we al snel aan bij de 15 staande moai (Ahu Tongariki, na 2 weken kunnen we eindelijk alle namen onthouden en uitspreken).



Na een, deze keer, kort bezoekje aan een schitterend strandje zat ons eerste rondje eiland erop.



Na het huren van deze scooter hebben we besloten dat we dit in verband met de verzekering niet nog een keer wilden doen. Toen we de verhuurder namelijk vroegen hoe het zat met de verzekering zei hij 'no hay, entonces manejar muy tranquilo', oftewel die is er niet, dus doe maar heel voorzichtig.

Nu dekt onze eigen verzekering ook wel wat, waaronder diverse gevaarlijke sporten zoals paragliden, skispringen, parachutespringen, bungee jumping, etc. , maar ze betalen slechts 25% letselschade uit als er iets gebeurt op een scooter of motor. Dit leert ons dat je ten eerste maar weinig krijgt als er wat gebeurt en ten tweede dat er waarschijnlijk heel veel gebeurt.

Voor ons volgende rondje eiland hebben we dan ook maar een auto gehuurd.

Naast onze rondjes eiland hebben we diverse wandelingen gemaakt. Het weer was namelijk fantastisch om te wandelen. Lekker in een t-shirtje, niet te warm, niet te koud, maar wel goed insmeren, want na een klein uurtje op het strand had Rinze zijn onderbenen goed verbrand. Verder is het wandelen bijzonder, omdat je eigenlijk maar heel weinig andere toeristen tegenkomt, de mensen verspreiden zich op de een of andere manier goed over het eiland zodat je sites vaak echt helemaal voor jezelf hebt.





Een beetje samenvattend. Hoewel je de hoogtepunten op het eiland in ongeveer 4 dagen kunt zien hebben wij werkelijk genoten van onze twee weken op het magische Paaseiland.


Inmiddels zijn we in Frans-Polynesië, wat werkelijk prachtig is, maar ongelofelijk duur. Samen met Japan het duurste land ter wereld. Het internetten kost 8 euro per uur, dus voorlopig geen updates. Geniet van de rust, doen wij dat ook.
Tot slot nog wat mooie foto s




vrijdag 2 november 2007

Santiago enzo

We zaten lekker in het zonnetje toen de bus aan kwam rijden die ons in 18 uur naar La Serena zou brengen. Tot onze grote verbazing bleken er zich ´slechts´ 6 stoelen in het onderste deel van de bus te bevinden. We hadden per ongeluk kaartjes voor de meest luxe premium klasse gekocht.



Haha, nou ja, als je je op deze manier vergist, dan toch het liefst voor een busrit van 18 uur. We vonden het dus niet heel jammer. Je had in deze bus een plank voor je benen zodat je helemaal plat kon liggen. Heel erg lekker, ook overdag. Maar de echte verrassing kwam pas ´s avonds toen de steward met matrasjes onze bedden ging opmaken en ons vervolgens ook nog ging instoppen!?!? Echt geen grap, we moesten ons best doen om niet keihard in lachen uit te barsten. Dit was toch wel een beetje apart. In ieder geval heerlijk geslapen en natuurlijk super uitgerust aangekomen in La Serena.

Hier wilden we een tour gaan doen naar een natuurreservaat met dolfijnen en pinguïns. We zijn nu al bijna 4 maanden in Zuid-Amerika en we hebben slechts 1 pinguïn gezien (en dat was in de zee, een behoorlijk magere score dus)! Helaas helaas, ook deze keer geen pinguïns; de zee was te ruig.
Uiteindelijk hebben we gewoon een paar rustige dagen gehad in La Serena. Weer eens de was laten doen en lekker voor onszelf gekookt.

Toen op naar de grote stad Santiago. Hier hadden we echt een supermooi hostel, een oud coloniaal gebouw met houten vloer en antieke meubels en dat midden in de stad, helemaal perfect. We hebben echt weer genoten van alle dingen die de grote stad te bieden heeft. In Puerto Natales had een Chileense vrouw gezegd dat we echt bij Vacas Gordas (Dikke Koeien) moesten gaan eten. Die naam konden we natuurlijk makkelijk onthouden, dus daar hebben we de eerste avond - inderdaad heerlijk- gegeten. Verder veel geshopt, we hadden namelijk gehoord dat op Paaseiland en Tahiti bijna niets te krijgen is of dat alles ineens heel duur is. Niet compleet onlogisch natuurlijk, dus Mexicaans eten, pindakaas, badlakens etcetc ingeslagen. En dat hebben we geweten, bij het inchecken kwamen we erachter dat onze rugzakken allebei 22 kilo wogen!?! Gelukkig doen ze bij Lan Chile niet zo moeilijk en mochten we gewoon mee...

De rest van de tijd hebben we de stad verkend door middel van de lonely planet walking tour, altijd leuk.


Verder zijn we nog met een ellenlange kabelbaan een berg(je) op geweest. Echt cool om dan over de stad uit te kunnen kijken.


We hadden zo nog precies 1 dagje over om Valparaiso (op anderhalf uur rijden van Santiago) te gaan bekijken. Zo bijzonder vanwege de liftjes de berg op en een uiterst romantisch plekje. Helaas hebben wij het romantische plekje niet kunnen vinden, maar gelukkig had bij ons niemand een zwarte rugtas bij zich en leverde dit dus geen ernstige problemen op....


De liftjes konden we gelukkig wel vinden en toen bleek ook nog dat een lid van Carens familie ons voor is geweest.

Daarna dus met het vliegtuig en veel te veel bagage richting Paaseiland!


vrijdag 26 oktober 2007

Touch and go

Tijdens ons bezoek aan Cusco kregen wij ineens dagenstress! We zouden namelijk al 23 oktober vanuit Santiago naar Paaseiland vliegen en we wilden nog naar Nasca aan de andere kant van Peru en daarna nog een aantal dagen in diverse plaatsen in het noorden van Chili doorbrengen... Daarom hebben we het reistempo maar even opgevoerd. Om te beginnen zijn we vrijdag de 12de op de nachtbus naar Nasca gestapt. Omdat we voor coche cama (luxe) hadden gekozen, gingen wij er vanuit dat we een lekker nachtje konden slapen.... Helaas, de weg naar Nasca bleek een aaneenschakeling van haarspeldbochten waardoor je eigenlijk niet lekker kon slapen, we werden constant van links naar rechts geslingerd. Uiteindelijk kwamen we ´s ochtends enigszins geradbraakt aan in Nasca waar we met onze rugzakken op naar het centrum zijn gelopen om te kijken of het nog mogelijk was om snel een rondvlucht boven de beroemde Nascalijnen te maken. We hadden geluk; dit kon nog.

De Nascalijnen zijn tussen 200 BC en 500 AD gemaakt door de toen aanwezige Nasca cultuur en hebben een lengte van 25 tot maar liefst 250 meter. Met de lijnen, die eigenlijk gegraven kuilen zijn, worden verschillende figuren weergegeven (zie foto met hierop de figuren in ons ´vliegschema´).



Eigenlijk de enige manier om de lijnen echt goed te kunnen zien is door er met een vliegtuigje overheen te vliegen en dit is nou ook precies wat ze zo bijzonder maakt. Waarom zou een volk van tig-jaar geleden figuren maken die ze zelf niet goed konden bekijken (het eerste vliegtuig vloog pas in 1903 en dit was beslist niet in Peru) en hoe is het ze gelukt om de figuren zo mooi te krijgen als ze nooit een totaaloverzicht gehad kunnen hebben? Vreemd...

Nadat we hadden betaald, werden we met een taxi naar het vliegveld gebracht waar we na even wachten in een 6-persoons (inclusief piloot) vliegtuig mochten stappen, of eigenlijk vliegtuigje, of eigenlijk een soort veredelde grasmaaier met vleugels. Gelukkig in goede staat en met een prima piloot.



Een klein vliegtuigje boven een woestijnoppervlak bleek al snel veel ´last´ van de aanwezige thermiek te hebben. We hobbelden dan ook redelijk heen en weer (eigenlijk wel grappig om te merken hoe hobbelig lucht kan zijn!). Gelukkig kwamen de Nascalijnen al snel in zicht. Boven elk figuur maakte de piloot één of twee rondjes, zodat echt iedereen een goed zicht zou hebben op de desbetreffende figuren. Doordat het vliegtuig hierbij echt scheef ging hangen konden we de figuren supergoed zien. De foto´s vallen alleen wel een beetje in de categorie ´puzzel´, maar bij deze respectievelijk ´the whale´, ´the Astronaut´, ´the Monkey´, ´the Spider´ en ´the Hummingbird´. Veel zoekplezier!







Een vervelend neveneffect van al dit scheefhangen, hobbelen en draaien was dat iedereen, behalve de piloot, er behoorlijk misselijk van werd. We waren dus erg blij dat de vlucht slechts een half uurtje duurde! Gelukkig hebben we de landing gehaald zonder ´ongelukjes´ en kregen we net op tijd weer wat kleur terug voor de foto. Ja inderdaad, daar zaten we met 6 personen in!!!



Na aankomst nog even geluncht in het centrum en toen in de bus naar Arequipa gestapt. We waren trouwens blij dat er een middagbus ging. Zowel de reisgids als de site van buitenlandse zaken waarschuwden voor gewapende roofovervallen op nachtbussen van Nasca naar Arequipa. Tja, hoe reëel die kans dan uiteindelijk is, is voor ons moeilijk in te schatten: we wilden in ieder geval liever het zekere voor het onzeker nemen en dus overdag reizen. En inderdaad, ook overdag waren de veiligheidsmaatregelen niet van de lucht. Ten eerste werd alle handbagage met een metaaldetector gescand door een bewaker. Ten tweede werd iedereen die de bus inging gefilmd. Op deze wijze konden eventuele overvallers die met de bus zelf meereisden achteraf altijd herkend worden. Verder werd onze bus via een sateliet gevolgd (deed ons erg aan 24 denken) om de weg en onverwachte stops in de gaten te houden en tot slot stond de bus ook nog in permanente, directe verbinding met een alarmcentrale! Overdreven of niet, we hadden in ieder geval een prima rit en kwamen na 8 uur reizen om 23:30 aan in Arequipa. Hier het eerste de beste hostel ingestapt waar de wekker al weer om 06:30 ging.

De volgende bus (slechts 5 uur) richting Tacna ging namelijk al om 07.30. Vanaf hier de grens overgestoken naar Arica (Chili) waar we wederom in een bus zijn gestapt nu voor 5 uur en naar Iquique waar we om 23:30 aankwamen.

In Iquique zelf hebben we, afgezien van een lange wandeling langs de boulevard (die ineens best lang bleek), weinig gedaan. Na twee nachtjes bijkomen van al dat gereis zijn we dan ook op de bus gestapt voor onze laatste lange, maar liefst 18 uur durende, busrit naar La Serena. Toen dachten we nog dat we in een coche cama bus zouden zitten....

donderdag 18 oktober 2007

Inka´s

In Puno hadden we besloten om onszelf te trakteren en dus met de (hoe kan het ook anders) Inka Express naar Cusco te reizen. Deze busmaatschappij brengt je niet alleen van A naar B, maar maakt onderweg ook nog een vijftal stops bij toeristische trekpleisters. Echt van die plekken waar wij anders niet zouden komen, omdat ze niet met openbaar vervoer te bereiken zijn óf te ver van de steden af liggen.
Wel grappig om een keer mee te maken, zo georganiseerd met een groep toeristen reizen. Het heeft duidelijk z´n voor- en z´n nadelen. Leuk dat je op plekken komt die moeilijk te bereiken zijn, minder leuk dat je die plekken nooit voor jezelf alleen hebt. Op een gegeven moment stopten we steeds met 4 touringbussen tegelijk bij dezelfde bezienswaardigheid. Dat was wel een beetje veel van het goede. Verder stop je wanneer de reisleider het wil, maar ja als we met het gewone openbare vervoer reizen hebben we eigenlijk ook niet echt een keuze. Wat wel weer een duidelijk voordeel is, is dat er altijd een gids bij is die veel van alles afweet en er, in ons geval, erg goed over kon vertellen.





´s Avonds kwamen we aan in de stad van de Inka´s (Cusco dus). Omdat we laat aan zouden komen hadden we de hostelmeneer in Puno gevraagd of ie nog tips had voor Cusco. Hij zou voor ons een kamer reserveren. Eenmaal in Cusco aangekomen bleek dat er gewoon mensen van het hostel ons op kwamen halen, heeeeeel relaxed! Sowieso waren wij al helemaal gecharmeerd van Cusco, echt een super leuke stad. Mooie gebouwen, gezellige sfeer en allemaal van die kleine steegjes waar je in kan verdwalen. Ons hostel lag wel halverwege de berg, oftewel veel traplopen voor een stad die toch nog steeds op zo´n 3000 meter hoogte ligt. Gelukkig was het, na onze hoogtetraining in Puno (3800 meter), voor ons een relatief appeltje-eitje. Een bijkomend, maar niet onbelangrijk, voordeel van al die trappen was dat we hierdoor wel een fantastisch uitzicht hadden vanuit onze kamer en vanaf het dakterras, waar we iedere ochtend uitgebreid een heerlijk ontbijtje opsmikkelden. Echt prima geregeld dus.





De eerste dag hebben we wat gesightseed in de stad zelf en vervolgens gingen we onze trip naar de Machu Picchu regelen (voor veel mensen toch de reden om überhaupt naar Peru te gaan...). Het Inka pad lopen zat er voor ons echter niet in. Ten eerste hadden we dat ongeveer een half jaar geleden al moeten regelen en ten tweede zaten we eigenlijk een beetje in tijdnood (ja we weten het; dat klinkt vreemd als je een jaar op reis gaat). Met de trein dus, overigens de enige andere manier waarop je de MP kan bereiken. De trein, maar ook de entree is werkelijk absurd duur en volledig buiten proporties ten opzichte van de overige prijzen in Peru. Maar goed, je betaalt het toch wel.

Omdat veel mensen op één dag heen en weer gaan is het van 10 tot 15 uur heel druk. Daarom hadden wij besloten dat we 1 nachtje wilden gaan slapen in Machu Picchu Pueblo (Aguas Calientes), waarna we ´s ochtends vroeg voor alle drukte de MP zouden kunnen bezoeken, om daarna terug te reizen naar Cusco. Leuk bedacht, totdat bleek dat de trein echt bomvol zat en we dus mazzel hadden dat we een kaartje konden bemachtigen. Uiteindelijk hadden we op korte termijn maar één mogelijkheid waarbij we toch nog een nachtje zouden slapen in MP Pueblo, pfew. We moesten dan wel een ochtendtrein (9 uur) heen nemen en de volgende dag een ochtendtrein terug. Hierdoor moesten we direct na aankomst de MP al op. Een klein ander probleem was dat de trein niet vanuit Cusco zelf vertrok, maar vanuit een ander plaatsje dat 1 1/2 uur rijden verderop lag. Omdat we het al helemaal mis zagen gaan met lokaal vervoer, hebben we via ons hostel maar een taxi geregeld. Met een Zwitserse en een Nederlander (ook in Groningen gestudeerd, altijd leuk) richting trein gegaan. Eenmaal aangekomen, dachten wij eerst nog even relaxed te gaan lunchen met zijn vieren voordat we daadwerkelijk de MP op zouden gaan. Caren ging alvast kaartjes kopen voor de bus, toen ineens bleek dat de laatste bus al binnen een half uur zou gaan. Paniek! Geen lunch dus en meteen omhoog.

Eenmaal bovenop de MP was deze natuurlijk prachtig. Erg bijzonder om de MP eindelijk eens in het echt te zien. We hadden ook erg veel geluk met het weer, meestal is het bewolkt, maar bij ons scheen de zon. Het was bij aankomst inderdaad ongelofelijk druk en wij stonden nog steeds een beetje te veel in de racestand door al het gehaast die ochtend. Gelukkig hadden we leesboeken meegenomen en hebben we dus eerst wat zitten lezen zodat we later op een rustiger tijdstip echt konden genieten van de MP en omgeving. We konden ons wel goed voorstellen dat het opdoemen van de MP na het lopen van het Inka pad echt zo´n magisch moment is (na 5 dagen lopen door de jungle ben je überhaupt blij als je wat ziet en dat blijkt dan ook nog eens de MP te zijn).







Verder grappig om te vertellen dat de Peruvianen dankbaar gebruik van het merk ´Inka´. Zo zijn er overal Inka hotels en Inka menu´s te verkrijgen en de hele natie is werkelijk verslaafd aan Inka Cola (officieel: Inca Kola). Geen cola, maar een soort van fluoriscerend geel drankje dat naar bubblegum smaakt (echt waar! we hebben het geprobeerd).

Tot slot nog wat Peruviaanse vrouwen, omdat vooral deze er zo karakteristiek uitzien.

zaterdag 13 oktober 2007

Peru

Na aankomst in Tacna, Peru, hebben we direct buskaartjes naar Arequipa gekocht. Dit zonder de lonely planet te raadplegen en dus voor de bus die het eerste zou vertrekken. Toen wij buiten op onze bus stonden te wachten, stond daar eveneens een groep van een stuk of 8 vrouwen met een enorme hoeveelheid spullen. Trainingsjasjes, ondergoed, t-shirts, speelgoedberen, rekenmachines, etc, etc....We maakten ons echt zorgen of onze tassen nog wel in de bus zouden passen, zoveel hadden ze bij zich. Vlak voordat de bus zou vertrekken, gingen de dames alle spullen uit hun verpakking halen en bonden ze zoveel mogelijk overhemden en jasjes met een extra riem om hun buik. Hierover werd dat een rok aangetrokken. Vandaar dat alle vrouwen er zo dik uitzien!!

Toen kwam gepaard met veel zwarte rook, onze bus aanrijden en kon alles de bus ingeladen worden. Echt alle spullen van onze dames moesten een plekje ergens in de bus krijgen en daarbij dan de originelen van hun verpakkingen gescheiden natuurlijk. Nadat wij ons plekje hadden gevonden werd ons verzocht om ook één of meerdere plastic tassen bij onze voeten neer te zetten. Dat leek ons niet wat, dus dat hebben wij maar vriendeljk doch dringend geweigerd. Met iets van een uur vertraging door al dat proppen gingen we op pad. Bij de eerste controlepost werd iedereen (behalve wij) behoorlijk zenuwachtig. De chauffeur van de bus -die ook in complot zat- riep vervolgens richting zijn passagiers ´Iedereen die iets aan te geven heeft, moet dat nu doen!´ (wij konden een grijns niet onderdrukken). Maar goed, direct stonden twee dames op om iets kleins aan te geven, vervolgens kwam, de chauffeur bij de dames collecteren. Dit geld werd door de chauffeur daarna subtiel aan de controleurs gegeven. Toen we iets later door mochten rijden volgde er een complete ontlading, wat een gekwek! Dit proces herhaalde zich nog bij een aantal andere controleposten, maar het grootste deel van het smokkelwaar is aangekomen op de plaats van bestemming.

Eenmaal in Arequipa een leuk hostel gevonden in een oud koloniaal gebouw van vulkaansteen en lekker 2 dagen door de stad gedwaald en musea enzo bezocht.






Peru bracht wel even een aardschok teweeg bij ons: het is hier echt supertoeristisch. We hoorden ineens overal Nederlands!?! Echt even wennen. Voordeel is wel dat we inmiddels weer eens sushi en kebab hebben gegeten, mmmm.

Toen op naar Puno. Dé uitvalsbasis voor een boottour op het hoogste bevaarbare meer ter wereld: het Titicacameer. Met 3800 meter ook voor ons een behoorlijke hoogte: Rinze werd weer gewoon wat duizelig, maar Caren kreeg er hoofdpijn van. Na een nachtje goed slapen en een dagje rustig aan doen waren we allebei gelukkig weer helemaal fit. Toen werd het tijd voor de boottocht. Naar de drijvende rieteilanden. Dit zijn handgemaakte eilanden. Heel apart. Op ieder eiland wonen een stuk of 7 families. Oorspronkelijk waren de eilanden bedoeld om de bewoners te beschermen tegen andere stammen. Als er gevaar dreigde, verplaatsten ze gewoon hun eiland. Echt heel raar om op de eilandjes rond te lopen, de bovenste laag bestaat uit vers riet en je loopt dus verend rond (en zakt af en toe weg, eeks). De bovenste laag wordt om de zoveel tijd aangevuld omdat de eilanden van onderen langzaam wegrotten. Heel bijzonder in ieder geval.







Daarna nog 2,5 uur verder varen naar het eiland ´Taquile´. Dit bleek ongelofelijk toeristich. Echt een beetje té. Het bleek moeilijk om om de toeristen en de locals (die meteen geld verwachtten) heen te fotograferen.



Het stuk dat we moesten wandelen (+/- 40 min) naar het hoofdplein was wel weer erg leuk.



Volgende keer meer over Peru!

Landkaart Nederland

Landkaart Thailand

Landkaart India

Landkaart Cambodja

Landkaart Laos

Landkaart China

Kaart Yunnan

Hier nog een kaartje met iets meer detail.

Landkaart Vietnam

Landkaart Filipijnen

Landkaart Australië

Landkaart Frans-Polynesië

Landkaart Chili

Landkaart Peru

Landkaart Argentinië